Logopedie behandelt meer dan spraak alleen

Stotteren als kind, spreekangst als tiener en gekke versprekingen volgden in de jaren erop. Op Schiphol zei ik destijds in een volle personeelskamer: “Ik heb zo’n zin in roskauw!” wat m’n collegaatje en ik met schaterlachen omarmden. Om vervolgens rauwkost te halen bij de bedrijfskantine. Als twintiger haperde het ook fysiek. Ok, dit bleek later MS. Maar waarom wordt ‘multiple sclerose’ zo slordig uitgesproken? Doe ik al die jaren m´n best om netjes taal te formuleren en duidelijk te articuleren … Carla, help!

Door: Gisèle van Dokkum

broddelen - logopedie - spraakproblemen

Onder de rook van Amsterdam ontmoet ik logopediste Carla Wentink om samen met haar mijn eerder voor MSweb geschreven artikel uit 2014 te bekijken door de bril van 2021.

Het artikel is grotendeels nog actueel, maar het fenomeen broddelen(1)(2) is de laatste jaren voor mezelf meer belicht. Dit is dan ook de reden dat ik vanuit eigen ervaring schrijf omtrent het onderwerp broddelen, het heeft een naam!

Broddelen is net als stotteren een niet-vloeiendheid in de spraak; de boomstam en de zijtakken worden dan weleens gehusseld -om in een metafoor te spreken. Dit wordt veroorzaakt in het centraal zenuwstelsel.

“Het fenomeen broddelen heeft me sinds ik me in de effecten ben gaan interesseren niet meer losgelaten. Er komen bijvoorbeeld regelmatig situaties voor waarin er emoties naar boven komen, mijn zoektocht destijds -vijftien jaar geleden- naar de diagnose MS is een voorbeeld daarvan. Het heeft het complete palet aan emoties. Basisemoties als blij, boos, bedroefd of bang kunnen op de spraak van invloed zijn. Het formuleren van een zin, de ademhaling, het kiezen van woorden kan dan niet meer zo vanzelfsprekend zijn. Ook vermoeidheid kan invloed hebben op spraak.”

Spraak versus stem

Wat is bij mensen met MS de meest voorkomende klacht? “De spierspanning en coördinatie kan afnemen”, legt Carla uit. “Hierdoor kan de articulatie van de spraakklanken achteruit gaan; de algemene verstaanbaarheid neemt dan af. Dat heeft te maken met de demyelinisatie bij MS, die tot uitdrukking komt in de gezichtsspieren. In Nieuw Unicum, waar Carla een paar jaar heeft gewerkt, was dit regelmatig het geval bij bewoners met MS.

De spierspanning en coördinatie kan afnemen. Hierdoor kan de articulatie van de spraakklanken achteruit gaan; de algemene verstaanbaarheid neemt dan af.”
—logopedist Carla Wentink

Carla Wentink

Spraakklachten zijn de meest opvallende problemen waar mensen voor worden doorgestuurd naar een logopedist. De verstaanbaarheid, articulatie, kan minder duidelijk worden. Een minder bekend probleem, is stemproblemen. Net als bij spraakklachten kan de werking over de spierfunctie van de stembanden -tijdelijk- verminderd zijn. De ademhaling en de stem kunnen bijvoorbeeld minder goed samenwerken, waardoor de stem heser klinkt.

“Minder variatie kunnen aanbrengen in stemvolume en toonhoogte, heeft gevolgen voor de interactie binnen de communicatie. Daar heb je een flexibel stemvermogen voor nodig”, vertelt Carla. Iemand met stemklachten kan dus ook worden verwezen naar logopedie.

Broddelen

In de beginfase na de diagnose MS, wilde ik er alles van weten en zag dan ook filmpjes van wetenschappers. Daarin struikelde ik figuurlijk keer op keer over de uitspraak ‘multiples clerose.’ Aanleiding dus om aan te kloppen bij de Taaladviesdienst van Genootschap Onze Taal. Want: waarom wordt MS uitgesproken als ´multiples clerose´?©toofastforwords

MS is toch geen MC? Alsof we in plaats van een MCkroket een MCoogzenuwontsteking willen bestellen. Wat blijkt: de slotklank van het bijvoeglijk naamwoord multiple wordt vastgeplakt aan het zelfstandige naamwoord sclerose en wordt vervolgens als algemene spreektaal gezien. Wellicht ook een broddel-uitspraak denk ik nu, jaren later.

Een opvallend kenmerk van broddelen is de niet-vloeiendheid ervan samen met zijn onbewustheid. Dit kan zich onder andere uiten in de vier taalvaardigheden; schrijven, lezen, praten en luisteren. Taalproblematiek(3) is niet direct een klacht als gevolg van MS, maar kan een onderdeel zijn van broddelen. Wanneer een taalmankement een struikelblok is, kan een logopediste hierin adviseren. De spraak is het meest opvallende probleem.

Momenten waarop er meer aandacht voor taalvaardigheden wordt verwacht, minimaliseer ik. Ik ben me extreem bewust van het signaal dat een lichaam heeft met een haperend centraal zenuwstelsel – fysiek en ook in de spraak. Een multidisciplinair team heeft diverse zorgverleners onder de paraplu en heeft daarmee veel kennis in pacht. Echter, een logopedist is vaak niet de eerste zorgverlener om te bezoeken, nadat iemand een diagnose als MS heeft gekregen.

Ook eten en drinken

Ontbijten, koffie drinken en avondeten zijn dagelijks terugkerende activiteiten die problemen kunnen opleveren. De lip-, tong- en kauwbewegingen zijn een paar van de mondfuncties die daarbij gebruikt worden. Wanneer een beweging, zoals de slikfunctie, niet meer vanzelf wordt aangestuurd, kan een logopedist helpen. In het geval van eet- en drinkbegeleiding vindt Carla het belangrijk dat het eten er voor de cliënt aantrekkelijk uitziet, ook al is het gemalen. Zo wordt eten en drinken weer een positieve uitdaging.

Spraak-, stem-, eet- en drinkproblemen zijn dus de meest voorkomende redenen om een logopedist te bezoeken. Broddelen is een fenomeen dat nog niet algemeen bekend is, zoals stotteren dat wel is, het komt zelfs vaker voor dan stotteren. Het verband tussen broddelen en een neurologische aandoening kan wellicht voor een completer plaatje zorgen.Onveranderd blijft het advies van logopediste Carla: “Hoe eerder iemand aanklopt bij een logopedist, des te langer iemand kwaliteit blijft houden, ondanks een verminderde functie.”

Open dit document met ReadSpeaker docReader
Eerder gepubliceerd op MSweb.nl
https://msweb.nl/meer-over-ms/zorg-revalidatie/ergotherapie-en-logopedie/logopedie-behandelt-meer-dan-spraak-alleen/?cn-reloaded=1

Bronnen: (1) coutinho.nl(2) Volkskrant, en (3) logopediegrave.nl

Eerder verschenen in MSzien, maart 2014
Aangepast 17 februari 2021 

Van de redactie Broddelen komt volgens recente schattingen even vaak voor als stotteren. Toch wordt het vaak niet herkend als stoornis: de meeste mensen denken dat het “gewoon” zoiets is als snel, slordig of onduidelijk spreken, waar gemakkelijk iets aan gedaan kan worden. Over deze spraak-taalstoornis bestaat dan ook veel onbegrip. Op toofastforwords.com/nl/ kun je hierover meer lezen en een zelftest doen. Meer informatie lees je ook op de site van de International Cluttering Association (ICA website).

Foto

Margreet is samen met haar klasgenootjes op bezoek bij een fotogalerie.

De ene foto is nog mooier dan de andere. Allemaal kleurtjes en veel soorten
dieren. Sommige foto’s zijn helemaal wazig, sommigen zijn helemaal scherp, en
sommigen hebben maar één beeld dat scherp is. De foto waarop alle bloemetjes
en dieren scherp staan afgebeeld, is te druk voor Margreet; daar liep ze dan
ook snel aan voorbij. “Te veel van alles.” mompelde ze hardop.

Een andere foto heeft een wazige heuvelige omgeving met veel groen én het
enige dat scherp is afgebeeld, is een liggende leeuw. De juf zag dat Margreet
lang stil stond bij deze foto en zei tegen Margreet: “Mooie foto hè?”
“Ja juf, die leeuw is zó mooi! Hij heeft helder blauwe ogen en het lijkt wel of-ie
iets op ’t oog heeft.” antwoordde Margreet gedetailleerd.” Juf Nora keek
Margreet begripvol aan en zei met een knipoog: “Lieve Margreet, wij gaan met
jou de leeuw in alles zoeken.”

Margreet voelde zich begrepen, al snapte ze nog niet helemaal waarmee, maar
één ding was zeker: hier werd ze enthousiast van!

Langzaam denken

Elke maandagochtend zat de hele klas in de kring. Zo konden er leuke
verhaaltjes worden verteld over het weekend dat net achter hen lag.


“Margreet, hoe was jouw weekend?” vroeg juf Nora.


“Leuk, juf.” antwoordde Margreet.


“Wat heb je gedaan dit weekend?” vroeg de juf, om meer van Margreet te
horen.


“Uhm, gespeeld, juf, in de speeltuin, met een vriendinnetje uit de buurt.”


Margreet sprak niet al te vlug, hiermee won ze tijd om na te denken. Ze wist
eigenlijk niet zo goed wát ze wilde vertellen.

Buiten spelen

Margreet had thuis vlug haar boterhammetje opgegeten en zei tegen haar moeder dat ze buiten wilde spelen met Merel. Dus, hophop, voor ze het wist, rende ze de voordeur uit, op weg naar Merel.

Merel deed de voordeur open.

“Kom-kom-kom je buiten spelen?” vroeg Margreet spontaan.
“Ja leuk!! Zullen we stoepranden?” reageerde Merel direct.
“Ja, ik hhheb een bbbal bij me!” vervolgde Margreet.
“Wat praat jij raar …” en hophop ze renden samen naar die ene stoep.

Margreet en Saartje hebben vertraging en komen daardoor iets later aan bij Madelief. Ze mogen bij Madelief spelen. De moeder van Margreet vroeg of Margreet Madelief even wilde bellen dat ze iets later aankomen.

Margreet hoort de toon op haar telefoon dat-ie belt. En nog een keer … “Hoi! Met Madelief …”

“Met Mmmargreet …” ze had door dat ze bleef hangen op de M. Ze wist haar naam toch wel?! Dacht ze kritisch. Ze voelde al een blik van links van haar. “Ja sorry, ik zat effe naar buiten te kijken, ik was even afgeleid.” zei ze om haar gestotter meteen te verantwoorden. Zo stom, hoe kon dit nou? Dacht ze. Maarja, snel verder, want Madelief is aan de telefoon.

“Haha, oké.” reageerde Madelief makkelijk. Alsof ze het niet als een probleem zag. Dit kalmeerde Margreet wel een beetje.

“Haha, naja, we rijden nu dus door een hele grote regenbui, het klettert heel hard op de auto, maar we zijn dus wel ietsje later bij jou. Ik denk tien minuutjes later.” Ze keek om haar heen en voegde eraan toe: “Het kan ook wel ietsies langer duren hoor, maar we zijn wat later, niet zoveel hoor. Valt wel mee.”

“Haha, oké.” antwoordde Madelief, alsof ze haar schouders erbij ophaalde en lachte.

“Nou, dan zien we je zo hè! Wel de ranja met prik en een rietje klaarzetten hè … en een gebakje lusten we ook wel!” grapte Margreet er achteraan.

“Haha, komt goed. Tot zo!” zei Madelief.

“Tot zo! Toedeliedoki!” zei Margreet en ze drukte het gesprek weg alsof er niets aan de hand was.

Go-go-kkokó!

Wilbert had zaterdag een tenniswedstrijd. De kantine liep al vol met mensen. Veel grote mensen, maar ook vriendjes van Margreet d’r broertje.

Met een aantal vriendjes van Wilbert kletste Margreet over het weer en wat de spelregels ook alweer waren. Het waren hele leuke mensen. Ook dronken ze met z’n allen een glaasje ranja met een rietje én(!) de bitterballen werden ook al uitgedeeld – het was nog vroeg in de middag. Wat een feest! Superleuk, echt een competitiedag zoals ze dat met een duur woord noemden. Daarmee werd gewoon bedoeld dat er veel wedstrijden worden gespeeld op die dag.

Jááá! De spelers, waaronder ook het broertje van Margreet, liepen al over het gravelveld. Ze draaiden al met hun tennisracket … spannend! Er werd stoer met harde stemmen naar elkaar geroepen, als voorbereiding voor de wedstrijd. Het startfluitje ging af vanaf de hoge stoel waar de scheidsrechter altijd zat: de wedstrijd begon! Margreet wilde haar broertje enthousiast aanmoedigen met: Go-go-go-go! In plaats daarvan kwam er met de geplande stemverheffing uit: Go-go-kkokó!

Nou moe! In haar ooghoek voelde ze de blikken naar haar gericht. Ze bloosde wel van binnen. Maar: ze deed wel net alsof ze gekke Gerritje was.

Een gesprek

Op de achterbank, op weg naar een uit-wedstrijd van korfbal, waren Margreet haar oren gespitst.

De ouders van Kato zeiden allemaal zinnen tegen elkaar. Allemaal woorden. Het leek wel alsof er in elke zin een pakketje van woorden werd gegeven aan elkaar. Zo van: alsjeblieft, hier heb je een boodschap. Wat vind je ervan? En dat degene achter het stuur, de vader van Kato, het pakketje leuk vond en daarop een pakketje met een zin, met allemaal woorden, teruggaf aan de moeder van Kato.

“Zo praten grote mensen met elkaar, Margreet.” zei Kato tegen Margreet, ze zei ook nog: “Dat noemen ze met een moeilijk woord: een gesprek.”