Glaasje lucht

Saartje en Madelief zijn twee vriendinnetjes van Margreet. Ze blijven tussen de middag eten bij Margreet. Er liggen allemaal sneetjes boterhammen in een mandje. Op de tafel heeft de moeder van Margreet ook allemaal lekker broodbeleg neergezet. Kaas met een kaasschaaf ernaast, zelfgemaakte aardbeienjam, pindakaas en nog veel meer! Ook staat er een pak melk op tafel, sinaasappelsap en zelfgemaakte vlierbloesemlimonade met een kan water. Voor alle drie staan de glazen klaar en de moeder van Margreet vraagt allereerst: “Wat willen jullie drinken, meiden?”

Margreet neemt een hap adem.

“Waarom doe je dat?” vraagt Saartje.

“Tja, soms vraagt m’n lichaam om een glaasje lucht” antwoordt Margreet met een knipoog.

Taalfabriek ‘De Hersenstam’

Margreet werkt bij taalfabriek ‘De Hersenstam’, dat is een soort fabriek waar taal wordt gemaakt.

Zodra Margreet iets wilt zeggen, gaat haar taalfabriek ‘De Hersenstam’ een pakketje samenstellen met letters, woorden en floep: daar rolt een pakketje uit: een zin.  Zodra de letters creatief worden gehusseld tot een woord en daarna een zin, rolt er samen met de zin een boodschap uit. Soms kan de boodschap bij Margreet een beetje warrig uitrollen. Margreet wil bijvoorbeeld tegen haar broertje Wilbert zeggen dat ze verse rauwkost gaan eten, van onder andere witlof, appeltjes en noten.  En vervolgens rolt er uit haar mond, vol enthousiasme: we eten roskauw!

Margreet krabbelt op haar hoofd. Dat bedoelde ze toch niet?