Foto

Margreet is samen met haar klasgenootjes op bezoek bij een fotogalerie.

De ene foto is nog mooier dan de andere. Allemaal kleurtjes en veel soorten
dieren. Sommige foto’s zijn helemaal wazig, sommigen zijn helemaal scherp, en
sommigen hebben maar één beeld dat scherp is. De foto waarop alle bloemetjes
en dieren scherp staan afgebeeld, is te druk voor Margreet; daar liep ze dan
ook snel aan voorbij. “Te veel van alles.” mompelde ze hardop.

Een andere foto heeft een wazige heuvelige omgeving met veel groen én het
enige dat scherp is afgebeeld, is een liggende leeuw. De juf zag dat Margreet
lang stil stond bij deze foto en zei tegen Margreet: “Mooie foto hè?”
“Ja juf, die leeuw is zó mooi! Hij heeft helder blauwe ogen en het lijkt wel of-ie
iets op ’t oog heeft.” antwoordde Margreet gedetailleerd.” Juf Nora keek
Margreet begripvol aan en zei met een knipoog: “Lieve Margreet, wij gaan met
jou de leeuw in alles zoeken.”

Margreet voelde zich begrepen, al snapte ze nog niet helemaal waarmee, maar
één ding was zeker: hier werd ze enthousiast van!

Langzaam denken

Elke maandagochtend zat de hele klas in de kring. Zo konden er leuke
verhaaltjes worden verteld over het weekend dat net achter hen lag.


“Margreet, hoe was jouw weekend?” vroeg juf Nora.


“Leuk, juf.” antwoordde Margreet.


“Wat heb je gedaan dit weekend?” vroeg de juf, om meer van Margreet te
horen.


“Uhm, gespeeld, juf, in de speeltuin, met een vriendinnetje uit de buurt.”


Margreet sprak niet al te vlug, hiermee won ze tijd om na te denken. Ze wist
eigenlijk niet zo goed wát ze wilde vertellen.